-
1 controle van de bagage
controle van de bagageVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > controle van de bagage
-
2 dépôt
dépôt [deepoo]〈m.〉2 (het) deponeren ⇒ indiening 〈 van stukken〉 ⇒ storting 〈 van geld〉 ⇒ deponering 〈 van een handelsmerk〉 ⇒ (het) in bewaring geven 〈 van bagage, kleding〉7 opslagplaats ⇒ depot, entrepot, (opslag)loods, pakhuis♦voorbeelden:dépôt de brevet • octrooiaanvragemettre qc. en dépôt • iets in bewaring geven→ banquem1) neerlegging [krans]3) indiening [stukken]4) storting [geld]5) deposito6) bijzetting [dode]7) bewaargeving [juridisch]8) borgstelling9) opslagplaats, pakhuis10) bagagedepot11) garage12) afzetting, laag -
3 retrait
retrait [rətre]〈m.〉4 (het) intrekken ⇒ (het) ontnemen, afnemen♦voorbeelden:être en retrait sur • achterblijven bijm2) (het) opnemen [geld]3) (het) afhalen, opvragen5) ontheffing, ontslag -
4 go over
onderzoeken; terugkomen opgo over♦voorbeelden:1 we now go over to our reporter on the spot • we schakelen nu over naar onze verslaggever ter plaatseII 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
5 expedite luggage
bespoedigen van bagage zenden -
6 luggage storage
opslag van bagage -
7 fouille
-
8 tout
tout1 [toe]〈m.〉1 geheel ⇒ totaal, alles2 hoofdzaak ⇒ (het) belangrijkste, voornaamste♦voorbeelden:risquer le tout pour le tout • alles op het spel zetten(ne) … (pas) du tout • helemaal niet, absoluut nietdu tout • helemaal nietdu tout au tout • helemaal, volledig————————tout2 [toe],1 (ge)heel ⇒ volledig, een en al3 〈 elliptisch〉(bestemd, geschikt) voor ieder(e) ⇒ met alle …, van alle …♦voorbeelden:en toute simplicité • in alle eenvoudil est toute simplicité • hij is een en al eenvoud, hij is de eenvoud zelvetout le temps • voortdurend, aldoor, altijd2 tout un chacun • een ieder, iedereentous (les) deux • allebei, alle tweetous les deux jours • om de andere dagtout ce qu'il y a de gens connus • alle bekende mensenc'est sérieux? tout ce qu'il y a de plus sérieux • echt waar?, honderd procent serieus, ik meen het echt(film) tous publics • (film) voor ieder publiek, voor een breed publiekvéhicule tous terrains • terreinwagen, -voertuig, jeeppour tout (bagage) • als enige (bagage)————————tout3 [toe],1 alles ⇒ allemaal, allen, iedereen♦voorbeelden:avoir tout de • alle eigenschappen hebben vanpour tout dire • al met alc'est tout dire • daarmee is alles gezegdce sera tout pour aujourd'hui • daar zullen we het vandaag bij latentous (au)tant que nous sommes • wij allen, zonder uitzonderingaprès tout • tenslotte, alles welbeschouwden tout et pour tout • niet meer dan, alles bij elkaarenvers et contre tous • tegen iedereenpar-dessus tout, au-dessus de tout • bovenal, vooralvoilà tout • dat is alles¶ comme tout • heel erg, vreselijket tout • en zo, en wat dies meer zijet tout et tout • enzovoort, enzovoort————————tout4 [toe]〈 bijwoord〉1 heel ⇒ erg, zeer, bijzonder, helemaal3 geheel en al ⇒ een en al, niets dan♦voorbeelden:1 tout juste • nog maar net, op het nippertjeêtre tout yeux, tout oreilles • een en al oor, vol aandacht zijnc'est tout un • dat is precies hetzelfdetout aussi grand que • (precies) even groot alsêtre tout à ses projets • helemaal opgaan in zijn, haar plannentout à vous • geheel tot uw beschikking, tot uw dienst¶ tout d'abord • allereerst, voor allestout enfant, tout gosse • als kind al …tout à fait • helemaal, preciestout au moins • op z'n (aller)minsttout au plus • hoogstensle tout dernier, premier • de allerlaatste, allereersteà tout jamais • voor altijdtout de même • tochtout en marchant, il m'a raconté • terwijl we liepen, onder het lopen vertelde hij metout en étant riche, il vit très simplement • hoewel hij rijk is, leeft hij erg eenvoudigtout riche que je suis • hoe rijk ik ook ben1. m1) geheel, totaal2) hoofdzaak3) heelal2. tout, tous, toutespron1) alles2) allemaal, iedereen3. tout, toute, tous, toutesadj1) geheel, volledig2) elk, ieder3) bestemd voor4. adv1) heel, erg, helemaal2) zuiver3) geheel en al -
9 Gepäckabfertigung
-
10 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
11 rake
n. hark; losbol--------v. harken; in overvloed zijnrake1[ reek] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 losbol♦voorbeelden:————————rake21 harken♦voorbeelden:2 the customs officers raked through their luggage • de douanebeambten doorzochten hun bagage van onder tot bovenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 he has raked in more than 1,000 pound this week • deze week heeft hij over de 1.000 pond opgestrekenyou must be raking it in • je moet wel scheppen geld verdienen2 rake over old ashes • oprakelen, oude koeien uit de sloot halen -
12 controle
1 [inspectie] check (on) ⇒ checking, control, 〈 toezicht ook〉 supervision (of/over), surveillance, 〈 van gegevens ook〉 verification, inspection 〈 op kwaliteit〉, examination 〈 op kwaliteit〉, 〈 medicijnen, geneeskunde〉 checkup, 〈 medicijnen, geneeskunde〉 medical, 〈 van een continu proces〉 monitoring, 〈 boekhouden〉 audit(ing)3 [beheersing] control♦voorbeelden:de controle van de boekhouding • the audit of accounts/examination of the bookssociale controle • social controlonder strenge/voortdurende controle staan • be under strict/constant supervisionzij staat nog steeds onder (medische) controle • she is still under (medical) supervisionwe doen dat louter ter controle • this is just a routine checkhij kwam niet door de controle • he didn't get through/in/out, he didn't get past the gate3 zijn reacties/een brand onder controle hebben • have one's reactions/a fire under controlhij kon de bal niet onder controle krijgen • he was not able to get the ball under controlzij heeft de situatie volledig onder controle • she's in full command of the situationde controle over het stuur verliezen • lose control of the steering-wheel -
13 licht
licht1〈 het〉♦voorbeelden:waar zit de knop van het licht? • where's the light-switch?licht en schaduw • light and shade〈 figuurlijk〉 het groene licht geven/krijgen • give/get the green light/the go-aheadgroot licht • full beam〈 figuurlijk〉 we moeten dat in het juiste licht proberen te zien • we must try to put that in the proper light/perspective〈 figuurlijk〉 iets in een nieuw/ander licht zien • see something in a new/another lightdoor rood licht rijden • drive/go through a red lighthet licht aan-/uitdoen • put/ 〈 schakelaar ook〉turn the light on/offer brandde nog licht op de studeerkamer • there was still (a) light (on) in the studymet gedimde lichten • with dimmed (head)lights〈 figuurlijk〉 zij gunnen elkaar het licht in de ogen niet • they wouldn't give each other the time of dayhij is geen licht • he's no geniushet licht staat op rood • the light's redje hoeft geen licht te zijn om … • you don't have to be a genius to …met de lichten knipperen • flash (one's (head)lights)ga eens uit mijn licht • move out of my light pleaseeen fietser zonder licht • a cyclist without (any) lightsin het licht van de gebeurtenissen • in the light of eventsin het licht daarvan • such being the casein dat licht gezien • viewed in that light————————licht21 [niet zwaar] light4 [soepel] light7 [makkelijk verteerbaar] light9 [met betrekking tot stemgeluiden] soft♦voorbeelden:veel te licht zijn • be considerably underweighteen kilo te licht • a kilogram underweight3 lichte ogen • light/pale eyeslicht blauw • light blue6 lichte lectuur/muziek • light reading/musiceen lichte blessure • a minor injuryeen lichte buiging • a slight boween lichte hartaanval • a mild heart attackeen lichte verkoudheid/griep(aanval) • a slight cold, a touch of (the) flulichte vorst • (s)light frostII 〈 bijwoord〉2 [enigszins] slightly3 [gemakkelijk, gauw] easily4 [zeer] highly♦voorbeelden:licht slapen • sleep lightlicht opgemaakt • lightly made-up3 licht verteerbaar • (easily) digestible, lightje moet daar niet te licht over denken • you mustn't think (too) lightly of thatzoiets wordt licht vergeten/over het hoofd gezien • that sort of thing is easily forgotten/overlooked -
14 stuk
stuk1〈 het〉1 [deel] piece ⇒ part, fragment, 〈 land〉 lot, length 〈 stof, plank, koord〉 〈ook → link=stukje stukje〉2 [(grote) hoeveelheid] lot7 [document] document, paper10 [muziekstuk] piece (of music)13 [gestalte] stature, build♦voorbeelden:1 stukken en brokken • bits and pieces, odds and endsiets in stukken snijden • cut something up (into pieces)een stuk met iemand meelopen • accompany someone part of the way〈 figuurlijk〉 werken dat de stukken er af vliegen • work with a vengeance/at full tiltiets aan stukken slaan/gooien • knock/smash something to piecesiets in stukken scheuren • tear something to pieceshet perceel werd in drie stukken verdeeld • the parcel was divided into three lotseen stuk uit een boek voorlezen • read a passage/section from a book〈 figuurlijk〉 een man uit één stuk • a man of character/of honour, salt of the earthuit één stuk vervaardigd • made in/of one pieceeen goed stuk werk • a fine piece of workeen stuk beter • much/a lot betterstukken beter • quite a lot/far bettermijn klas is een heel stuk voor • my class is well aheadzij is een stuk afgeslankt • she has lost quite a bit of weightdat zou ons een stuk verder brengen • that would help us a lotiets/iemand met stukken slaan • defeat someone/something by a large marginop geen stukken na • not by a long way/shot/ 〈 Brits-Engels ook〉chalk, not nearly3 een stuk gereedschap • a piece of equipment, a tooleen stuk speelgoed • a toyeen groot stuk zeep • a large cake/tablet of soapsigaren van twee gulden per stuk • cigars of two guilders each/apiece/a pieceper stuk verkopen • sell by the piece/singlystuk voor stuk werden de onderdelen vervangen • the parts were replaced one by onehet zijn stuk voor stuk deugnieten • they're rascals, every one of themtwintig stuks vee • twenty head of cattlevier stuks bagage • four pieces of luggageeen stuk of tien appels • about ten/ten or so apples4 aangetekend stuk • registered mail/letter/item5 een lekker stuk • a nice bit of skirt/stuff/crumpetiets met de stukken kunnen bewijzen • have documents to prove something11 een stuk in een broek zetten • patch a pair of trousers/ Apantshij had stukken op zijn ellebogen • he had elbow patches〈 informeel〉 een raar stuk vreten • a rum customer, a right one13 klein van stuk • small, of small stature, shortstukken aan toonder • bearer securities¶ op zijn stuk blijven staan • hold one's ground, stick to one's gunsvan zijn stuk raken • lose one's head, be put off one's balanceiemand van zijn stuk brengen • unsettle/unnerve/disconcert someoneeen stuk in de kraag hebben • be tight/plasteredop het stuk van … • as far as … is concerned————————stuk21 [aan stukken] apart, to pieces3 [onder de indruk, ingenomen met] impressed (by)♦voorbeelden:het kopje viel stuk • the cup fell to pieces/fell and brokeiets stuk maken • break/ruin something -
15 baggage claim
plaats waar bagage wordt ontvangen, plaats op luchthaven waar bagage van reizigers na vlucht verzameld wordt en door reizigers opgehaald wordt -
16 baggravation
n. kwellend gevoel dat iemand heeft als zijn bagage niet met de bagage van medereizigers arriveert bij aankomst op het vliegveld -
17 vogn
car, coach, float, wagon* * *(en -e)( hestevogn) carriage;( karet) coach;( firhjulet arbejdsvogn) wagon;( stor overdækket transportvogn) van;( blokvogn, lille transportvogn) truck;( tohjulet arbejdsvogn) cart;( bryggervogn) dray;( stridsvogn; poet.) chariot;[ heste og vogn] carriage and horses;( håndtrukken) truck, cart,( indkøbsvogn, bagagevogn) trolley;( bil) car,(am) automobile;( hyrevogn) taxi(cab), cab;( let) truck,(am) truck;( lukket varevogn) van;( jernbanevogn, passagervogn) coach, carriage,(am) car;( godsvogn) goods wagon, truck,(am) freight car;( til bagage) luggage van,(am) baggage car;( sporvejsvogn) car;[ med præp:][ han er ikke tabt bag af en vogn] he is no fool; there are no flies on him;(fig) jump (el. climb) on the (band) wagon;(se også skubbe (til)). -
18 go through
overgaan, ervaring opdoengo through♦voorbeelden:II 〈werkwoord + voorzetsel〉1 opmaken ⇒ uitgeven, ergens doorheen zijn/gaan2 nauwkeurig onderzoeken ⇒ doorzoeken 〈 bagage〉; nagaan, checken 〈bewering e.d.〉; doornemen 〈 tekst〉3 doormaken ⇒ ondergaan, meemaken4 passeren ⇒ gaan door/via♦voorbeelden: -
19 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
20 weigh
v. wegen, afwegen (voorwerp of voorstel); gewichtig zijn; zwaar tillen aan; bewegen tot; doorslag geven; verankeren[ wee]♦voorbeelden:¶ weigh in • bijdragen, steunenweigh against someone/something • ten nadele van iemand/iets werkenweigh in with • aan komen zetten met, te berde brengen1 wegen ⇒ het gewicht hebben/vaststellen (van)♦voorbeelden:it weighs four pounds • het weegt vier pondweigh out • afwegen♦voorbeelden:weigh one's words • zijn woorden wegenweigh up the situation • de situatie opnemenhis marriage problems weigh him down • hij gaat gebukt onder zijn huwelijksproblemen
См. также в других словарях:
Frans Van Rooij — Pas d image ? Cliquez ici. Situation actuelle Club actuel Joueur retraité … Wikipédia en Français
sac — 1. sac [ sak ] n. m. • 1050 « étoffe grossière »; lat. saccus, gr. sakkos, d o. sémitique I ♦ A ♦ 1 ♦ (1120) Contenant formé d une matière souple pliée, assemblée, et ouvert seulement par le haut. ⇒ 1. poche. Grand, petit sac (⇒ sachet) . Sac… … Encyclopédie Universelle
Andrew Ritchie — est l inventeur du vélo Brompton et PDG de la société Brompton Bicycle Ltd jusqu en 2007. Sommaire 1 Etude et début de carrière d ingénieur[1] 2 Genèse du vélo Brompton 3 Les prototypes … Wikipédia en Français
Transavia.com — Codes AITA OACIL Indicatif d appel HV … Wikipédia en Français
léger — léger, ère [ leʒe, ɛr ] adj. • legier 1080; lat. pop. °leviarius, class. levis I ♦ 1 ♦ Qui a peu de poids, se soulève facilement. Léger comme une plume, comme une bulle de savon. C est très léger (cf. Ça ne pèse rien). Un léger bagage. Vêtement… … Encyclopédie Universelle
Théâtre des Mathurins — Le théâtre des Mathurins, rue des Mathurins (Paris 8e) … Wikipédia en Français
trousser — [ truse ] v. tr. <conjug. : 1> • fin XIIe; trusser XIIe; « charger » 1080; bas lat. °torsare, de torsus, p. p. en bas lat. de torquere « tordre » 1 ♦ Vx Mettre en faisceau, en botte. Trousser du foin. ⇒ botteler. ♢ (1732) Cuis. Trou … Encyclopédie Universelle
paquet — [ pakɛ ] n. m. • 1538; pacquet 1368; de l a. fr. pacque, du néerl. pak 1 ♦ Assemblage de plusieurs choses attachées ou enveloppées ensemble, et par ext. Objet enveloppé, attaché pour être transporté plus commodément ou pour être protégé. ⇒arg.… … Encyclopédie Universelle
Dutch language — Dutch Nederlands Pronunciation [ˈneːdərlɑnts] ( listen) … Wikipedia
AFRIQUE DU SUD (RÉPUBLIQUE D’) — Presque entièrement située au sud du tropique du Capricorne, l’Afrique du Sud constitue un vaste ensemble géographique. La population totale dépassait les 30 millions d’habitants en 1992 et approchait les 35 millions si l’on prenait en compte la… … Encyclopédie Universelle
Schlacht bei Alerheim — Schlacht von Alerheim Teil von: Dreißigjähriger Krieg Schlachtordnung beider Heere … Deutsch Wikipedia